Blogpost door Lisa van den Heuvel
Op sep 4, 2021
LiveMarvelouz
Een betere jeugdzorg maken we samen
0
(0)

Als docent pedagogiek en gezinsbegeleider volg ik de ontwikkelingen in het sociale domein en de jeugdzorg op de voet. Soms ben ik verbaasd, dan weer verblijd of geïrriteerd en een enkele keer ben ik geschokt en gaan bij mij de alarmbellen rinkelen. Enkele jaren geleden gebeurde dit bij het zien van de documentaire Alicia en ruim een maand geleden opnieuw toen ik keek naar Goede moeders. In deze documentaire volgen we Sylvia, een verloskundige. In haar praktijk begeleidt ze een aantal zwangere moeders waarvan oudere kinderen in een eerder stadium uit huis zijn geplaatst. Sylvia ziet het als haar taak om een veilige relatie tussen moeder en baby te bevorderen. Wanneer ze moeders begeleidt waarvan kinderen eerder uit huis zijn geplaatst is het haar professionele ‘plicht’ om een zorgmelding te doen bij Veilig Thuis. In de documentaire zien we hoe Sylvia vastloopt in de bureaucratische en vooringenomen wereld van de jeugdzorg en welke dilemma’s zij ervaart bij het uitvoeren van deze professionele plicht.

De documentaire legt pijnlijk bloot hoe onze ‘voorzieningen’ in het sociale domein kunnen falen. Toen ik als groepsleidster in het werkveld startte heb ik de jeugdzorg in Nederland als hartverwarmend en ondersteunend ervaren. In de loop der jaren heb ik echter ook gemerkt dat het systeem traumatiserend en pijnlijk kan zijn en soms zelfs een ziekmakend effect kan hebben. In de documentaire zien we hoe boosheid, machteloosheid, verdriet en onbegrip de boventoon voeren bij de ouders die onzeker afwachten of hun baby straks niet opnieuw uit huis gehaald zal worden. We zien enkele fragmenten waarin Sylvia in gesprek is met medewerkers van Veilig Thuis maar verder komen er geen medewerkers van jeugdzorg of de Raad voor de Kinderbescherming aan het woord. In de podcast DocTalks Goede moeders verdedigt documentairemaker Jorien van Nes zich door uit te leggen dat zij ook professionals van jeugdzorg en de Raad voor de kinderbescherming in beeld had willen brengen. Deze instanties wilden echter niet meewerken vanwege de privacywetgeving. Waarschijnlijk kúnnen ze vanwege bestaande wetgeving niet eens meewerken, maar ik kan me mogelijke twijfels ook voorstellen. Kun je en wil je de gronden voor uithuisplaatsing wel openlijk bespreken als het om mensen van vlees en bloed gaat? Zou dat niet schadelijk kunnen zijn voor ouders en kinderen? De keuze om wel of niet mee te werken aan een documentaire is voor deze organisaties waarschijnlijk een duivels dilemma. Hoe kun je het ooit goed doen als jeugdzorgwerker in het gedwongen kader? Vooral als je werk voortdurend onder het vergrootglas lijkt te liggen van (televisiekijkend) Nederland. Het zou niet voor het eerst zijn dat regels en protocollen in de jeugdzorg worden beïnvloed door excessen die door de media worden uitgelicht. De terughoudend  van de instanties is daarom misschien wel begrijpelijk, maar tegelijkertijd is het jammer omdat we hierdoor slechts één kant van de medaille zien. De boodschap van Sylvia en de ouders uit de documentaire biedt echter meer dan voldoende aanknopingspunten om bij stil te staan.

Ouders ‘met opvoedbagage’ krijgen geen eerlijke nieuwe kans als opvoeder! Gelukkig blijkt aan het eind van de documentaire dat alle baby’tjes wel degelijk de kans krijgen om bij hun moeder te blijven. In hoeverre de documentaire hier debet aan is wordt niet duidelijk. Wat wel duidelijk wordt is dat we in de jeugdzorg behoefte hebben aan meer vertrouwen, meer gelijkwaardigheid, meer transparantie en meer kwetsbaarheid!

Op basis van vertrouwen?

Ik denk dat we als mens te vaak uitgaan van het idee dat ‘de meeste mensen niet deugen’, zeker niet als hun omstandigheden daar aanleiding toe geven. Bewust of onbewust geloven we te vaak in het principe ‘eens een dief, altijd een dief’. Daarbij zijn we sneller geneigd te geloven dat ouders in lastige situaties het fout of minder goed doen. Deze opvattingen versterken een ‘wij-zij’-cultuur die we nodig lijken te hebben omdat het ons, in de complexe wereld van de jeugdzorg zekerheid kan bieden. We willen graag geloven dat wij goed zitten en de ander fout. De regels en procedures, waarmee ons werk doorspekt is, geven ons eveneens houvast en maken dat we minder hoeven te twijfelen aan onszelf. Hoe het zou moeten staat immers op papier. Dit kan echter óók het idee ‘ik doe het goed’ en ‘ouders snappen er niets van’ versterken. In Goede moeders wordt een paar keer gezegd dat de jeugdzorgwerkers te veel vanuit eigen beleving de feiten interpreteren. Een vertroebelde, bevooroordeelde of wantrouwende blik maakt dat de intenties van ouders vaker negatief worden geïnterpreteerd. Dan lijkt de schade van de thuissituatie voor het kind heftiger en de onmogelijkheden van ouders groter dan hun mogelijkheden.

Ik denk dat ik de afgelopen jaren te weinig de nadruk heb gelegd op het belang om vertrouwen te hebben in je cliënt en dat ik in mijn lessen en trainingen te weinig aandacht besteed heb aan het idee dat juist de meeste mensen deugen. Ik ben er van overtuigd dat een positiever mensbeeld juist gezinnen in moeilijke omstandigheden kan helpen om vanuit een positief appèl opvoedvaardigheden te ontwikkelen, vanuit de gedachte en het vertrouwen: Ik ben geneigd om het het goede te doen. Als ouders het vertrouwen krijgen, kunnen ze ook vertrouwen gaan geven en kunnen negatieve cirkels doorbroken worden.

Gelijkwaardigheid: een kwestie van inbreng?

Op school laten we studenten kennis maken met visies en methodieken zoals oplossingsgerichte gespreksvoering, systeemgericht werken, het Gezin Centraal en ouderschapstheorie. Maar is dat genoeg en zijn studenten daarmee voldoende in staat om op basis van gelijkwaardigheid een werkrelatie met anderen aan te gaan? Soms denk ik wel eens dat we studenten te oppervlakkig opleiden (geholpen door websites als Stuvia, Studeersnel en Scribbr waar ze nog meer op hoofdlijnen informatie tot zich kunnen nemen). Het écht begrijpen van ouders en het goed kunnen interpreteren van gedrag vraagt volgens mij dat studenten zich meer verdiepen. Het vraagt van ze dat ze zich verbonden voelen met de theorie, met zichzelf en de ander. Dat ze ontmoetingen aangaan waarin ze samen met ouders ervaringen durven uitwisselen, dat ze op zoek gaan naar mogelijke verklaringen en deze ook grondig onderzoeken. Kortom dat er oprechte interesse is in elkaars belevingswereld. Hierdoor leren studenten te begrijpen dat gedrag vanuit verschillende contexten ook verschillend geïnterpreteerd kan worden. Door bijvoorbeeld in gesprek te gaan over eigen observaties wordt duidelijk dat iedereen vanuit een eigen blik naar situaties kijkt. Objectief kunnen observeren én interpreteren is een kunst en bovendien denk ik niet dat je écht objectief kunt observeren. Onze waarnemingen zullen altijd subjectief zijn omdat wat we zien steevast beïnvloed zal worden door onze persoonlijkheid, ervaringen en ons denkkader. Hulpmiddelen als lijstjes, kaders en schema’s kunnen studenten en jeugdzorgwerkers helpen om hun observaties objectiever te maken, maar het is nóg belangrijker om interpretaties open te bespreken met ouders. Door het voeren van gesprekken zul je ontdekken dat er verschillende perspectieven en waarheden naast elkaar kunnen bestaan. Dat mensen op basis van hun eigen ervaringen ook eigen waarheden hebben en dat de ene waarheid niet méér waar is dan de andere.

Een gelijkwaardige inbreng betekent óók dat je beiden iets te halen en te brengen hebt in de (werk)relatie. Dat er sprake is van wederkerigheid. Ouders helpen mij bijvoorbeeld om een betere gezinsbegeleider te worden, door feedback te geven en door mij te vertellen wat voor hen belangrijk is in de opvoeding. Daarnaast kan ik door het begeleiden van gezinnen mijn brood verdienen! Tegelijkertijd help ik (als gezinsbegeleider) ouders om inzicht te krijgen in hun eigen opvoedgedrag, geef ik ze zicht op de behoeften van hun kind(eren) en leer ik ze vaardigheden aan waarmee ze gemakkelijker met hun kind(eren) kunnen communiceren. Gelijkwaardigheid komt niet vanzelfsprekend tot stand, het vraagt om een investering van beide partijen zodat je bij elkaar kunt aansluiten en op elkaar kunt afstemmen.

Transparantie

Als jeugdzorgprofessionals hebben we de plicht om transparant te zijn over onze motieven, onze werkwijze, de gemaakte afspraken, over de rapportages en de totstandkoming hiervan. Deze transparantie is noodzakelijk om in de samenwerking tot een passende taakverdeling te komen bij het realiseren van doelen. De ouders in de documentaire kunnen Sylvia niet uitleggen waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn. Ze begrijpen of herkennen niet wat er beschreven is in rapportages of wat er van ze verwacht wordt om een ‘goede moeder’ te zijn. Ook ik heb met enige regelmaat rapportages gelezen die voor ouders niet goed te begrijpen zijn, of nog erger,  kwetsend en stigmatiserend zijn. Hierin mis ik de verschillende perspectieven, de verschillende belevingswerelden en de nuance. Als ouders niet begrijpen waarvoor ze begeleid worden en doelen moeilijk op eigen kracht kunnen realiseren is de kans groot dat de begeleiding voor hen niet transparant genoeg is. Het lijkt mij noodzakelijk om begeleiding en rapportage regelmatig met ouders door te nemen zodat duidelijk wordt wat wel en niet aansluit, waar ouders het wel of niet mee eens zijn én of de verklaringen, tips en adviezen concreet genoeg zijn voor ouders om mee aan het werk te kunnen.

Fouten maken mag

We staan denk ik nog onvoldoende stil bij hoeveel kracht het van mensen vraagt  en hoe moeilijk het is om open te zijn over eigen angsten, onvermogen, gemaakte fouten, onzekerheden en kwetsbaarheden. We lijken het vaak vanzelfsprekend te vinden dat ouders hun ziel en zaligheid bloot geven terwijl we onszelf soms verschuilen achter de regels en protocollen zonder open te zijn over onze intenties en manier van handelen. Ik denk dat we veel vaker ruimte zouden kunnen geven aan de twijfels die spelen en dat we de bereidheid moeten hebben om hierover in gesprek te gaan. Dat vraagt om incasseringsvermogen en veerkracht van de professional. Het vraagt ook van ons dat we regels, criteria, rubrics en richtlijnen durven te ‘betwijfelen’ omdat het leven nu eenmaal niet altijd binnen de getrokken lijntjes past. Twijfel zet aan tot reflectie en reflectie heeft vaak een positieve invloed op het (professionele) handelen. Doordat je vanuit een metapositie je eigen denken, voelen en handelen beschouwt kun je tot andere inzichten komen en je realiseren dat de wijze waarop je de theorie dacht toe te passen niet overeenkomt met de realistische uitvoering. Toegeven dat je niet goed weet hoe je verder moet of dat je geen oplossingen meer ziet kan het begin zijn van een nieuwe strategie. In de documentaire Machteloos (2010) werd zichtbaar gemaakt hoe machteloos de begeleiders zich kunnen voelen als ze niet meer weten hoe ze ouders kunnen begeleiden. Ik heb veel respect voor de professionals die zich in deze documentaire hebben laten filmen. Ze hebben zich heel kwetsbaar getoond en daar heb ik in trainingen dankbaar gebruik van kunnen maken. Bijvoorbeeld door met studenten en jeugdzorg professionals uit te pluizen waardoor het de begeleiders wel of niet lukte om aan te sluiten bij ouders, of waardoor we ouders als opvoeders zagen groeien.

Een wereld van verschil?

Als ik bovenstaande in overweging neem voel ik de wens en noodzaak om verschil te kunnen maken. Ik gun gezinnen, ouders, opvoeders en kinderen kansen om het leven op een zo gelukkig en eigen mogelijke manier te leven. Ik gun ouders en kinderen een liefdevolle relatie met elkaar en nieuwe kansen. Ik ben ervan overtuigd dat verreweg de meeste mensen hier behoefte aan én baat bij hebben. Ik gun ze dus ook open, betrokken en empathische hulpverleners die vertrouwen hebben in eigen mogelijkheden. Jeugdzorgwerkers die open staan voor kritiek en in staat zijn om het eigen handelen aan te passen op basis van de kritiek en die zich richten op de goede intenties van ouders. Een betere jeugdzorg zullen we samen moeten maken!

Wat vind je van deze post?

Klik op een ster om dit verhaal te beoordelen!

Omdat je dit bericht interessant vond...

Deel dit verhaal op jouw sociale media!

Lisa van den Heuvel

Overige posts

In deze reeks vind je spontane, laatste-moment en van-alles-en-nog-wat berichten. Soms slechts onze mening, een andere keer een ervaring, maar altijd gemeend. 

In deze reeks

Overige reeksen

0 reacties

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.