De ‘kerstvakantie’ die we onszelf hadden gegund ligt gevoelsmatig alweer ver achter ons. Het plan om wat meer van Zuid-Spanje te zien is eigenlijk maar ten dele gelukt. We zijn via het achterland naar Granada gereden en vervolgens weer naar de kust. In Málaga ontdekten we dat de waterpomp van het koelsysteem van onze camper kapot was. We wilden het lot niet onnodig tarten en besloten rechtsomkeert te maken. Toch hebben we in deze twee ‘vakantieweken’ weer enkele woon-, werk- en leefwensen meer helder gekregen. Zo vinden we het erg belangrijk dat we een fijne plek kunnen creëren waar we vrienden en familie kunnen ontvangen en natuur (buitenruimte) speelt voor ons daarbij een belangrijke rol. Afgelopen dagen kwam daar een nieuwe belangrijke voorwaarde bij toen we door de gehuchtjes renden vlak bij het strand van Oliva: we willen ons op de plek welkom kunnen voelen. De hekwerken, nauwe erfjes en de vele agressief blaffende honden, gaven ons een benauwd en onwelkom gevoel.
Vandaag zijn we vroeg opgestaan. We hebben een afspraak met de makelaar om ‘El moli’ in Xeresa te bezichtigen. We zijn eergisteren al even wezen kijken en toen ontdekten we dat de zon ‘s middag al heel vroeg achter de bergen verdwijnt. Ik vraag me zelfs af of de zon zich überhaupt laat zien in de wintertijd. Ik heb Lisa voorgesteld om er met de bus heen te rijden en er een rondje te gaan rennen. Zo kunnen we aan den lijve ervaren hoe de zon het dal tussen de bergflanken al dan niet verwarmt.
De amper zeven kilometer tussen het strand en de bergen bij Xesera is op z’n zachts gezegd weinig spectaculair en omdat ik verkeerd rij duurt het tochtje langer dan noodzakelijk. Uiteindelijk is het bijna 10:00u als we de bus hebben geparkeerd en langs de plaatselijke kruisgang het dorp uitrennen. Xeresa is een dorp vol industrie. Het ligt ingeklemd tussen de tolweg A7 en de drukke kustweg N-332. We rennen zo’n vierhonderd meter voorbij het dorp en via een tunneltje onder de A-7 door. Nog vierhonderd meter verder bergopwaarts ligt ‘El Moli’. Het is ons meteen duidelijk dat de zon hier vandaag nog niet is geweest. Het voelt koud en nat aan. Aan de stand van de zon te zien staat deze waarschijnlijk pas over een paar uur hoog genoeg om over de bergtoppen heen te schijnen. We weten eigenlijk direct hoe laat het is. Dit gaat ‘hem niet worden’. Terwijl we verder hollen vragen we ons af of we de makelaar moeten afbellen. Maar ik ben erg nieuwsgierig naar de binnenkant van het pand en we willen allebei wel graag het gesprek benutten om wat Spaans te oefenen.
Maar van Spaans oefenen komt niet zo heel veel. Om half twee stopt naast ons een zwarte dure en fonkelnieuwe Volvo. We staan op dat moment al drie kwartier te wachten en we hebben net besloten terug te lopen naar de camper omdat we niet nóg langer willen wachten. De man in de zwarte Volvo is José, de makelaar. Hij heeft een half uur op ons staan wachten en hij wilde net wegrijden. Ik vind het wel wat vreemd, want we hebben al die tijd precies op de afgesproken plek staan wachten. We stappen in en rijden alsnog met hem naar de watermolen. Omdat we na de bezichtiging nog een afspraak hebben in Jalón hebben we maximaal een half uur de tijd, voordat we moeten vertrekken. José weet van onze afspraak en stelt ons voor dat hij zijn verhaal gewoon in het Spaans doet en dat real-time door Google Translate laat vertalen, dat scheelt tijd en dan kan hij ons, in een half uur tijd, toch alle informatie geven. Ik bedenk dat een gehaaste en tegen zijn telefoon pratende Spanjaard weinig leerzaam zal zijn voor ons Spaans. Dus vertellen we hem dat onze afspraak maar even op ons moet wachten.
José laat ons ‘El Moli’ van binnen en buiten zien. Vooral de ‘huiskamer’ vinden we helemaal fantastisch. De lange smalle en witgekalkte ruimte is betegeld met roodbruine tegeltjes. Halverwege de ruimte is een enorme houten constructie met een paal verbonden aan een soort wagenwiel met houten vertandingen. Het wiel is vastgezet dicht bij de vloer en is alleen te zien via een vierkant gat in een groot rechthoekig stenen plateau. Zou je de hele constructie eruit slopen dan zou je een woonkamer kunnen overhouden. Nu is de woonruimte bijzaak en het enorme houten molenwerk het historische hoogtepunt. We kunnen er niet al te veel over nadenken, want de makelaar blijkt zelf toch ook wat gehaast.
We lopen voor hem uit, de trap op naar de badkamer, die later bij het middeleeuwse deel is aangebouwd. Ik durf er echter niet nar binnen te gaan. Het ziet er uit alsof het elk moment kan instorten. Vocht en achterstallig onderhoud lijken hier een groot probleem te zijn. Het huis is veel kleiner dan we dachten. In de beschrijving stond t dat het leefoppervlak 274 vierkante meter is, maar ik denk dat het in werkelijkheid nog niet de helft is.
Buiten, tegen het oude gedeelte van de molen, ligt een enorm driehoekig waterbasin. De punt van het basin is misschien wel vier meter diep. De makelaar vond het wel acht meter diep, maar ik bedenk me dat hij misschien net iets te diep in het basin heeft gekeken. Het basin wordt direct gevuld met stromend water uit de bergen. Strak langs het huis stroomt luid klotsend ijskoud water door een half open gemetselde buis verder het dal in. De tuin ligt op het laagst gelegen deel van het terrein. Het is bedekt met een tapijt van lichtgroene klavertjes en condens glimt in de eerste zonnestralen die over de berg heen kruipen.
De wat hoger gelegen sinaasappelboomgaard krijgt duidelijk wat meer zon en daar voelt het dan ook niet meer zo kil en vochtig. Dan krijgen we een appje van Marijne. Terwijl wij met de makelaar de molen bezichtigden deed Marijne rijexamen. Ze heeft goed nieuws! Geslaagd in een keer!
De makelaar vraagt ons wat we ervan vinden en we zijn maar gewoon eerlijk tegen hem. De oude watermolen vinden we prachtig en het plekje is super sfeervol! Maar het is ook duur en te koud! Hij spreekt ons niet tegen. Hij dringt er echter op aan dat we ondanks onze bevindingen toch een bod uitbrengen.
Na de afspraak rijden we naar Jalón. Hier heeft Lisa afgesproken met de eigenaresse van een jeugdinstelling. Ondanks onze uitgelopen bezichtiging in de oude watermolen zijn we ruim op tijd. We wachten in een heerlijke zonnetje op een terrasje aan de straatweg. We beginnen net aan een kopje koffie als Evelien de straat naar het café oversteekt. Ik ben blij met mijn scherp waarnemend vermogen als ik in een flits constateer dat ze zwanger is. Daar kan ik straks mooi een opmerking over maken. We kennen elkaar nog niet, maar na nog een paar kopjes koffie is er een heel gemoedelijk, bijna vriendschappelijk gesprek ontstaan over het wonen in Jalón, het bedrijf wat ze samen met haar partner is gestart zes jaar geleden en over haar hobbies. Nu kan ik hem inkoppen: ik vraag of dat niet hele gevaarlijke hobbies zijn. Ik vertel haar dat ik in een flits haar buik heb gezien. Ze antwoord niet direct en lijkt niet goed te weten hoe ze reageren moet. Later bij het afscheid zie ik dat ik wel erg ontactisch ben geweest: ze is niet zwanger! Ik vrees dat mijn waarneming toch wat minder scherp is geworden door de jaren heen.
Vol energie zoeken we daarna de camper weer op. De afgelopen week heeft Lisa een aantal mails verstuurd naar diverse universiteiten in dit deel van Spanje, maar daarop heeft ze nog geen enkele reactie gekregen. Hierdoor groeide het gevoel dat niemand hier op ons zat te wachten. Maar het gesprek met Evelien was leuk en motiverend. Ze vertelde enthousiast haar verhaal en ze was tegelijkertijd geïnteresseerd in onze verhalen. Bovendien schetste Evelien een Spanje met kansen en mogelijkheden.
De volgende dag pakt weer heel anders uit. De zon laat zich niet zien, het waait en het is koud. We staan op een ongezellige grote parkeerplaats aan de rand van Jalón. In de ochtend heeft Lisa een lang gesprek met een collega van haar werk. Op de een of andere manier voelt Lisa zich door het gesprek nog meer onder druk gezet om afspraken te maken bij de universiteiten van Valencia en Alicante. De rest van de dag is Lisa daarom erg gestrest en labiel. De enige optie om nog voor ze terug naar Nederland enkele afspraken te organiseren is: ogenblikkelijk gaan bellen met de betreffende universiteiten.
Desalniettemin lopen we aan het einde van de ochtend langs een makelaar in het centrum die mogelijk een interessant huis in de verkoop heeft staan. Evelien vertelde over het huis waar ze zelf graag had willen wonen. Uiteindelijk besluiten zij en haar partner dat er teveel risico’s kleven aan dit huis. Ik heb het huis in kwestie al vaker gezien op de Spaanse ‘Funda-app’, maar het is nog niet af, kost een boel geld, staat op een berg en heeft geen mogelijkheden voor water en licht. Maar Lisa is erg geïnteresseerd geraakt door het verhaal van Evelien. De makelaar is druk bezig een gepensioneerd Duits stel te woord te staan. Ze willen een appartement in Deniá kopen. Als we eindelijk aan de beurt zijn pakt hij er een groot fotoboek bij. Het huis waarin wij geïnteresseerd zijn lijkt zijn interesse zeker niet te hebben. Hij ratelt af welke nadelen het huis allemaal heeft: het is nog niet af, kost een boel geld, staat op een berg en heeft geen mogelijkheden voor water en … ja ja, we weten het allemaal allang. Maar hij ratelt door en ons andere huizen zien uit het boek die volgens hem vele malen interessanter zijn voor ons. Binnen twintig minuten staan we weer buiten met zijn visitekaartje in mijn hand.
We lopen terug naar de camper waar Lisa zich de uren daarop verschanst in haar schriften en achter haar laptop. Tegen een uur of drie heeft ze voldoende moed verzameld om te gaan bellen. Op verzoek verlaat Lisa’s ‘kantoor’ en even later slenter ik doelloos door het koude en winderige dorp. Een uur later breekt er eindelijk een zonnetje door. Onhandig zittend op een scheve muur aan de achterzijde van een supermarkt probeer ik weer wat op te warmen. In mijn ooghoek zie ik een meisje met haar hond langslopen. Vlak naast me hoor ik haar hond grommen en hijgen. Als ik beter kijk zie ik hoe ze de hond uitdaagt met de bal die ze vastheeft. Als we elkaar aankijken beweegt ze met haar hand de bal vlak langs de muur en springt de hond er achteraan. Hij ‘loopt’ twee passen langs de muur omhoog en komt met een salto weer terecht op de grond. Ze herhaalt dit een keer of wat terwijl ik mijn aandacht, glimlachend om het schouwspel, richt op mijn telefoon. Kort daarna loopt het meisje weer weg, de hond grommend en hijgend achter zich aan. Om kwart over vijf belt Lisa. Ik mag weer terugkomen. Maar Lisa is niet tevreden en vertelt over alle misverstanden tijdens de Spaanse telefoongesprekjes. Toch heeft ze een gesprek weten te organiseren in Alicante. Enorm tegen haar zin heeft Lisa gedaan wat ze moest doen en wat ze heel erg lastig vindt. Ik vraag me af of ik het in haar schoenen zou hebben gedaan. Ik ben waanzinnig trots op Lisa.
Ook de volgende dag begint koud en bewolkt. Lisa zit weer achter haar laptop en schrijft mailtjes en pleegt telefoontjes naar allerlei potentiële contacten in Spanje, maar zonder veel succes. Als de zon doorbreekt verhuis ik naar buiten. Ik zit een eindje van de bus in de zon. Er loopt ineens een jonge man met zijn hond om onze bus heen. Ik kijk hem enigszins onderzoekend aan, maar dan loopt hij op me af en stelt zich voor. Servaas woont al twee jaar in Jalón in zijn oude Mercedesbus. Hij was op weg naar huis en wilde eventjes onze bus bekijken. Lisa heeft ons klaarblijkelijk zien praten en komt naar buiten om ons een kop koffie aan te beiden. Servaas heeft weinig aanmoediging nodig en vertelt me al snel zijn hele levensverhaal. Na het tweede kopje koffie weet ik dat ik met de ‘flow’ mee moet gaan en vooral zelf de ‘slingers’ van het leven op moet hangen. Als de flow in zijn verhaal wat begint te verflauwen vraagt Servaas wat wij hier doen. Ik leg hem uit dat we op zoek zijn naar een huis. “Ik kan voor jou wel een huis regelen!” Servaas kijkt me vragend aan. Ik denk dat mijn non-verbale houding niet heel erg gretig op hem overkwam, maar tja, ik heb het niet zo op met makelaars. Servaas geeft me ter afscheid voor de zekerheid zijn visitiekaartje. Hij handelt in hennepproducten. Maar dat is toch heel wat anders dan huizen verkopen? Na zijn vertrek pakken we de bus in en rijden we de berg op. We gaan op zoek naar het huis waar Evelien graag had willen wonen. Het staat al jaren leeg en het is nooit afgebouwd. We vinden het na 11 kilometer vol haarspeldbochten op ruim 600 meter hoogte op de berg van Bernia. Als we uitstappen en de eerste meters in de richting van het huis lopen kijken we elkaar aan. “Ik ben verkocht”, mompel ik tegen Lisa. “Ik ook”, zegt Lisa.
0 reacties