Blogpost door Martin Hordijk
Op nov 3, 2021
LiveMarvelouz
Het eiland uit mijn dromen
5
(1)

Onze minivakantie in Gelves ligt alweer een paar dagen achter ons. Het was Lisa’s idee om een weekje vakantie te houden. Het verhaal van Albert Jan en Renata, Nederlanders die we in Cascais hadden ontmoet, en die in Gelves hadden overwinterd, sprak Lisa erg aan. Gelves ligt vlak bij de mooie stad Sevilla. En Sevilla ligt weer in de buurt van het mooie Cordoba. Je bereikt Gelves via de rivier RΓ­o Guadalquivir. Lisa en ik genoten volop. Voor mij was het de combinatie van de warmte, de zon, een week lang op een vaste plek, de fietsen aan de kant om de stad te verkennen, een navigatielicht repareren op de boot Γ©n bovendien een havenmeester om een Spaans praatje mee te maken. Voor Lisa was het anders… nou ja, Lisa is gewoon een β€˜rivier-mens’. Dat wist ze al toen we nog geen 10 minuten aan het varen waren op de rivier. Sindsdien herhaalt Lisa het ongevraagd en op de meest willekeurige momenten. En ik? Ik ben een β€˜zee-mens’. Althans dat geloof ik graag! Al jarenlang droom ik hoe Lisa en ik op een keer ’s morgens vroeg zullen aankomen bij de Canarische eilanden. Terwijl een lome lange golfslag onze boot gemoedelijk heen en weer wiegt, ben ik bij ochtendgloren de eerste die contouren ontwaart van de eilandjes ten noorden van Lanzarote.

Ondertussen staat er ook een β€˜echte’ oversteek naar de Canarische eilanden gepland.Β  Daarom varen Lisa en ik, na ons rivier-avontuur, op zaterdagmiddag onder de enorme brug door bij CΓ‘diz. We hebben gekozen voor de ankerplek bij CΓ‘diz omdat deze beschermd ligt. Dat komt goed uit voor onze ‘oversteek-plannen’, want hier kunnen we langere tijd op een goed weervenster wachten. Na het eten buigen we ons over de weerkaarten. De stad CΓ‘diz ligt vlak bij de straat van Gibraltar. Als de wind op de Middellandse zee meerdere dagen in oostelijke richting staat wordt deze met kracht door de smalle doorgang bij Gibraltar de oceaan opgeblazen. Samen kijken we naar de rode donkere kleur die de komende dagen de Straat van Gibraltar kleurt en afbuigt naar het zuiden. De voorspellingen voor de eerste drie dagen zijn krachtige noordenwind, die de dagen daarna minder wordt. Na de zesde dag schuift een depressie vanuit het zuidwesten langs de Canarische Eilanden naar het noorden. Een barriΓ¨re van windstilte die tussen deze twee weergebieden mee schuift naar het noorden gaat waarschijnlijk vanaf dag vijf ons weerbeeld bepalen. Lisa ziet vooral de mogelijkheden. Maar mij bezorgt de rode kleur op de kaart toch wat kriebels in mijn buik. Ik denk terug aan een van onze eerste meerdaagse overtochten. Net onder de kust van SardiniΓ« kwamen we als onervaren zeilers in een storm terecht. We kregen het voorzeil niet op tijd opgeborgen en een enorme lap zeil klapperde luidruchtig stuk in meer dan 40 knopen wind (windkracht 9). Het duurde lang voordat ik bedacht dat ik de lijnen van het zeil weg kon snijden met een mes. Gelukkig konden we het zeil laten maken en kwam ik ervan af met licht gedeukt imago. Terwijl Lisa opgetogen de voordelen van dit onverwachte snelle weervenster opsomt, hoor ik alleen nog maar de onder zeilers veel gebruikte uitspraak: β€˜Tel op zee minstens 10 knopen op bij de voorspellingen!’ De uitgebreide voorspellingen geven dan weliswaar maximaal 28 knopen, maar volgens zeilers kan dat dus makkelijk 38 knopen of meer worden.

De noordenwind betekent dat we de wind in de rug zullen hebben. Als de omstandigheden dat toelaten kunnen we dus met alleen het voorzeil zeilen. Dat vraagt minder aandacht en je kunt meer wind hebben. Zeker ’s nachts is dit een voordeel. In het donker kun je de zeilen nauwelijks zien en als het grootzeil onverhoopt gereefd moet worden zal iemand het natte en glibberige voordek op moeten. β€˜Voor de wind’ zeilen betekent tegelijkertijd dat de boot op de hoge golven van de oceaan oncomfortabel heen en weer zal rollen. In gedachten zie ik Lisa al zes dagen lang, zeeziek en ongezellig, in de kuip op de bank hangen. We besluiten onze overwegingen voor te leggen aan een paar β€˜Canarische eiland-gangers’. De depressie die over een week wordt verwacht houdt in dat de wind zal draaien naar een zuidenwind. Daarmee zijn de mogelijkheden om naar de Canarische Eilanden te zeilen voorlopig weer even uitgesteld. Maar wat we over het hoofd hadden gezien is dat het over een week ook in CΓ‘diz hard gaat waaien. Dat betekent dat onze beschermde ankerplaats ineens niet meer zo beschermd is. We nemen de beslissing: we wagen de gok.

Tegen mijn zin in doen we het de volgende ochtend rustig aan. Lisa denkt graag in mogelijkheden. Ze weet nog van alles te bedenken om te doen voor we vertrekken. Terwijl ik de boot vaarklaar maak, zie ik in gedachten de depressie stiekem dichterbij komen. Als ik goed luister hoor ik zelfs hoe harde wind zich al op onze ankerplek heeft gemeld en treiterig langs onze mast en lijnen blaast. Niet eerder dan op de afgesproken tijd gooien we het anker los en varen we onder de brug van CΓ‘diz door, richting de baai. Na drie uur schone schijn is het echter over met de gezelligheid. Lisa heeft zich voor de eerste keer vandaag aan de lijzijde van de boot gemeld. Ik zie nog net hoe ze haar lunch aan de vissen voert. Hoewel de zee nog heel rustig is moet β€˜rivier-mens’ Lisa duidelijk weer even wennen aan de deining op zee.

Zuchtend zit ik weer met mijn neus in de weerkaarten. We zijn slechts een paar uur op zee en we hebben alle zeilen al gehesen en ook weer opgeborgen. De voorspelde wind blijft achterwege. Ik heb voor vertrek de laatste weerkaarten gedownload via onze nieuwe satelliettelefoon. Het bijbehorende weerprogramma laat zien wat de meest efficiΓ«nte koers is tussen twee punten op de kaart. Het programma weet wat onze boot β€˜kan’ en past de optimale koers hierop aan. Op de kaart zie je je eigen positie, maar je kunt ook je virtuele positie op elk uur bekijken, weergegeven door een bootje dat langs de optimale route vaart. Op die manier kun je je eigen voortgang dus vergelijken met die van de optimale route. Ik ben van plan tweemaal per dag de laatste weerkaarten te downloaden. Ik hoop zo onze route aan te kunnen passen aan eventuele veranderingen in het weer. Inmiddels probeer ik al een uur lang op de motor in de buurt te blijven van mijn virtuele concurrent op de kaart. Lisa ligt op haar rug op de bank. Naast haar staat de emmer die ik al drie keer met zeewater voor haar heb schoongespoeld. β€œKunnen we niet beter ons eigen plan trekken?”, vraagt ze. Mijn zuchten is haar blijkbaar niet ontgaan. β€œGewoon een koers uitzetten en dan moeten we het daar maar mee doen!” Ze houdt haar ogen gesloten. Ik ben verbouwereerd. Hoe kan Lisa nu niet de koers willen aanpassen op basis van veranderingen in de weersverwachting? Niet veel later steekt er een beetje wind op en hijsen we opnieuw de zeilen.

Om een uur of zes krijgt de wind er echt zin in. Hoewel ik Lisa, gezien haar situatie, het liefst met rust laat heb ik haar nu even nodig. Het grootzeil wil ik helemaal opbergen en het voorzeil wil ik een flink stuk reven. Als we eindelijk weer op koers liggen wil Lisa niets liever dan zonder eten naar bed. Snel warm ik een restje eten op van gisteravond. Ik eet, lachend om mezelf, met een houten pollepel rechtstreeks uit de pan. In de loop van de avond gaat het steeds harder waaien. Rond tien uur meldt Lisa zich in de kuip maar ik hoef haar niet te vragen hoe ze zich voelt. Samen reven we het voorzeil nog wat verder tot postzegelformaat. Ik blijf nog even zitten. Ga ik Lisa nu voor vier uur alleen laten? Ik praat Lisa bij over de afgelopen uren. De laatste keer dat we in de straat van Gibraltar voeren, was toen we vanwege corona terug gingen naar Nederland. Bij daglicht en met een licht briesje stuurden we zorgeloos onze boot naar het noorden, de baai van CΓ‘diz in. We voelden ons de enigen op de wereld. Wat nou gevaarlijk? De oceaan zag er toen leeg en vredig uit. Maar de afgelopen uren was het echter uitkijken geblazen. In het pikkedonker voelde ik me mikpunt tussen talloze grote oceaanstomers die corona allang waren vergeten en nietsontziend hun eigen koers voeren. Die drukte zijn we nu voorbij maar de wind is inmiddels aangezwengeld tot 25-30 knopen. De golven pakken de boot telkens op tot zo’n drie Γ  vier meter hoogte om ons dan, vanaf het hoogste randje van de golf weer het dal in te duwen.

Mijn eerste slaapmoment rust ik maar weinig. Liggend in ons bed rol ik van de ene kant naar de andere. Er klinkt een razend en bulderend geluid telkens als de boot van de golven het dal in surft. De wand tussen onze slaapkamer en het toilet vibreert in een eigen ritme mee: kraaaaak, kraaaaak, kraaaaak…

Ik ben gebroken als ik vier uur later probeer het trapje naar de kuip te beklimmen. Lisa zit achter het stuur en tuurt afwezig de duisternis in. Ze luistert naar een boek en lijkt zich weinig aan te trekken van de omstandigheden. β€˜En, hoe ging het?’, wil ik weten. β€˜Hmmm, niet veel beter’. Op het scherm onder de buiskap zie ik dat de ware wind zo rond de 30 knopen zit. Lisa verdwijnt snel naar bed. Als ze slaapt is Lisa niet ziek. Maar de emmer mag toch weer mee. Inmiddels is ook de maan wakker. Het schijnsel verlicht de venijnig schuimende golftoppen. Af en toe hoor ik hoe een golf krakend uiteenspat tegen de zijkant van de boot. Ik besluit uit voorzorg het luik voor de kajuitingang te plaatsen. Nog geen minuut later word ik in mijn gelijk gesteld. Een flinke overslaande golf maakt mij op slag kletsnat maar het luik voor de ingang houdt de kajuit droog. De resterende uren van mijn tweede wacht wakkert de wind nog verder aan. De wijzer van de windmeter komt niet meer onder de dertig knopen. Met regelmaat zie ik windstoten van ver boven de dertig knopen: 35, 36, 37, 38… Water spat over de boeg en spoelt door de gangboorden. Binnen slaan glazen, kopjes en pannen deuken aan de binnenkant van de kastdeurtjes. Te midden van het lawaai, en mezelf met moeite vasthoudend aan het fornuis, zet ik een kopje koffie: gewoon net als β€˜thuis’. Het koffiezetapparaat heb ik met tape stevig aan het aanrecht geplakt. Ik moet lachen als ik het apparaat onverstoord zijn werk zie doen.

De volgende dag zakt de wind naar zo’n 20 knopen, maar de zee blijft ruw en de golven zijn onverminderd hoog. Lisa heeft volledig de kleur van haar omgeving aangenomen. Het is grijs, bewolkt en koud. Volgens de vooruitzichten gaat het vannacht opnieuw hard waaien, maar omdat we het voorzeil weer hebben gevierd moeten we opnieuw aan de slag. Ik wil het zeil hebben gereefd voordat Lisa om zes uur gaat slapen. Lisa viert de schoten van het voorzeil en ik heb de lijn van de genuatrommel op de lier belegd. Langzaam draaien we het voorzeil weg. Maar dan begint de trommel stroef te lopen en dreigt zelfs helemaal vast te lopen. We proberen het nog eens. Eerst geef ik extra lijn en trekt Lisa het zeil met de schoot weer uit. Als ik opnieuw begin in te lieren komt de lijn op de trommel opnieuw vast te zitten. Het zeil wil niet meer in- en niet meer uitgerold worden. Maar als het net zo hard gaat waaien als afgelopen nacht hebben we te veel zeil uitstaan. Dat wordt heel onaangenaam, zo niet gevaarlijk. Herinneringen aan SardiniΓ« melden zich nu ongevraagd. Ik vraag me af of ik misschien mijn mes moet pakken, maar Lisa wil graag naar bed. β€œNu waait het toch nog niet zo hard?” Het is waar. Op dit moment waait het niet veel harder dan 20-25 knopen en is het prima te doen. We spreken af dat Lisa eerst gaat slapen en dat we daarna verder kijken.

Als Lisa zich meldt voor haar eerste wacht van de nacht blaast er alweer zo’n 30 knopen in het niet reefbare voorzeil. Het is mijn beurt om te gaan slapen, maar ik voel me weinig op mijn gemak. We moeten nog minstens vierenhalve dag varen, dus er kan nog heel veel veranderen in het weer. β€œAls we nu eens een bericht sturen aan Jacomien (mijn zus) of ze zou willen uitzoeken of we in Casablanca terecht kunnen voor een noodreparatie? Het is maar 69 mijl!” Ik heb de satelliettelefoon al in mijn handen. Maar als ik de vraag verstuurd heb krijgen we al snel een bericht terug dat in Casablanca geen β€˜visiting yachts’ welkom zijn. Een alternatief zou de jachthaven in Rabbat kunnen zijn, maar het is een kleine haven en het betekent 20 mijl, tegen de harde wind in, terug naar het noorden varen. De overige havens, verder naar het zuiden, zijn klein en ze hebben een ondiepe toegang en zijn daarmee ongeschikt voor ons plan B. Ik ben even uit het veld geslagen. Ik had me al verzoend met het idee van een tussenstop. Het kwam op me over als een verantwoorde beslissing, maar Lisa vindt het helemaal geen goed idee. Ik ben oprecht verbaasd en kijk Lisa ongelovig aan. Lisa stelt vervolgens voor om samen de verschillende risico’s en alle opties door te nemen. Ze gaat er zelfs even voor zitten.

Ik doe mee en probeer ongefilterd mijn zorgen op tafel te leggen. β€œOkay, mijn grootste zorg is dat het nog harder gaat waaien, omdat we het voorzeil niet kunnen reven. Wat gaan we in dat geval doen?” Samen bekijken we opnieuw de laatste weerkaarten en we berekenen ook nog een keer de hoeveelheid diesel in de tank. De kleur op de weerkaart wordt echter steeds groener en we hebben diesel genoeg om naar Zuid Amerika te varen. We beΓ«indigen onze ‘risico analyse’ en Lisa stelt vast dat ik vooral een goede piekeraar ben. Met dit compliment op zak kan ik gerust gaan slapen, maar Lisa roept me terug: β€œWil je nog even naar het navigatielicht kijken, het werkt niet meer.”

Op de derde dag neemt de wind nog wat meer af. De zee is minder onstuimig en rond 10 uur begint waarachtig de zon te schijnen. Ik vertel Lisa dat ik de mast in wil klimmen om te zien of ik het euvel kan opsporen, maar Lisa snapt mijn ongeduld niet. β€œWe weten toch dat het vrijdag mogelijk windstil is. Dan hoef je toch de mast niet in?” Ik ben even stil. Ik zie niet in waarom ik het niet zou proberen. Speciaal voor het werken in de mast heb ik een klimset gekocht. β€œIk kan zonder jouw hulp de mast in!” Maar dan zie ik tranen in Lisa haar ogen. Ik snap dat ze echt liever niet heeft dat ik midden op de oceaan een wiebelende mast beklim. Na het ontbijt vertrek ik alsnog naar het voordek. Ik moet toch kunnen uitvinden waarom de genuatrommel niet meer wil bewegen. Ik pak de trommel stevig vast en het lukt me om hem een halve slag te draaien. Verder gaat niet omdat de wind het zeil nog stevig in zijn greep heeft. Maar ik heb nieuwe hoop gekregen. Zou het allemaal toch meevallen? Ik wil opnieuw proberen het zeil in te draaien. Hoopvol schuifel ik, voorzichtig balancerend via het gangboord, terug naar de kuip. De wind is dan misschien niet zo hard meer, de golven zijn nog steeds hoog en de bewegingen van de boot zijn onberekenbaar.

Even later staan Lisa en ik allebei weer bij de grote lieren achter in de kuip. We spreken af dat we het voorzeil eerst een klein stukje laten uitrollen om het daarna weer in te nemen. Als ik de lijn laat vieren ontrolt zich een klein stukje zeil. Hoopvol zien we hoe de wind het zeil pakt en ruim een meter extra zeil tevoorschijn trekt. Maar dan volharden trommel, zeil en lijnen zich opnieuw in starre onwrikbaarheid. We kijken elkaar zorgelijk aan. Met weinig fiducie in een goede afloop draaien we de procedure om. Om het zeil in te rollen draai ik met de lier de lijn van de trommel een beetje in. De lijn kraakt luid en komt snaarstrak te staan. β€œStoppen!”, schreeuwt Lisa. Ze kijkt me onderzoekend aan. Ik haal mijn schouders op. Ik heb even geen alternatieven meer. Lisa laat zich weer zakken op de bank in de kuip en ik loop gefrustreerd terug naar de punt van de boot. Zittend met mijn benen over de rand van het dek draai ik uit alle macht aan de trommel, maar die geeft geen millimeter mee. Zeker tien minuten blijf ik zo zitten, turend naar het opspattende water. Ik ben boos op mezelf. Ik had de trommel een servicebeurt moeten geven.

Op dag vijf zakt de wind nog verder in en daarmee ook de zeeziekte van Lisa. Ik wil zo snel mogelijk het voorzeil weg hebben zodat we een meer directe koers kunnen zetten naar Lanzarote, maar Lisa is nu beter. Vier dagen stilte worden efficiΓ«nt omgezet in een uitvoerige evaluatie van de afgelopen dagen, de keuzes en hoe we daar mee om zijn gegaan. Na deze leerzame start van de dag krijg ik toch mijn kans en vaar ik het voorzeil in de luwte van het grootzeil. Daarna is het niet moeilijk meer om het voorzeil met de hand om de voorstag te wikkelen en vast te zetten. Met een grootse verwachting lanceer ik daarna het lichtweerzeil. Maar het lichtweerzeil was niet betrokken in het vooroverleg en werkt niet mee. Het klappert en wil niet bol staan. We gaan het anders doen: na een dik kwartier heb ik de genuaboom klaar voor gebruik. Het lichtweerzeil wordt er niet warm of koud van. Het blijft klapperen. Gelukkig heb ik nog meer pijlen op mijn boog en met enig kunst en vliegwerk gijpen we even later. We varen met de achterkant van de boot door de wind heen. Zeilen en mast zijn getransformeerd in een ‘Zeeuws meisje’. De gennaker staat aan de ene kant en het grootzeil aan de andere β€˜verkeerde’ kant. Nog geen minuut, Γ©n een onbedoelde gijp later, hebben we geleerd dat je op zulke hoge golven beter niet teveel kan experimenteren. We ruimen de boel weer op en starten de motor voor een eindsprint naar Lanzarote.

Op de zesde dag is het Lisa die als eerste de contouren van het eiland Lanzarote kan ontwaren. Als ik de kuip in klauter staat Lisa met een triomfantelijke lach op haar gezicht te kijken naar het eiland uit mijn dromen. Een paar uur later bel ik monter met de meest voor de hand liggende haven. We willen aan een ponton liggen zodat ik de mast in kan klimmen. En het is ook fijn als er een technisch monteur beschikbaar is. In mijn beste Spaans vraag ik of er plek is, maar het antwoord van de man aan de telefoon, met een keurig Brits Engels accent, is kort en bondig: β€œNo Sir, we’re fully booked!”. Tegen beter weten in probeer ik op aandringen van Lisa het haventje bij Graciosa, maar die is vol. Vervolgens probeer ik de haven bij El Carmen, maar die is alleen bestemd voor lokaal gebruik en voor vissersboten!

Aan het eind van de middag draaien we de Puerto Calero in. Ik had gebeld met de havenmeester en we konden er terecht. Net voor de haveningang riep ik hem nog een keer op via de marifoon en vroeg hij me aan te leggen bij de wachtsteiger. Na een half uur wachten laat de havenmeester zich zowaar even zien maar hij verdwijnt direct weer. Na een kwartier bel ik hem opnieuw op en leg ik hem uit dat hij ons toestemming had gegeven om te komen. De havenmeester weet echter van niets. Ik word in de wacht gezet. Even later komt het hulpje van de havenmeester naar me toe lopen. In keurig Engels zegt hij: β€œI will be with you in a minute!” Hij zegt het terwijl hij bij me wegloopt. Ook de Zwitserse kapitein voor ons wordt door hem aangesproken, ditmaal in keurig Frans. Inmiddels varen minstens zes laatkomers rond in het kleine havenkommetje. Allemaal claimen ze dat ze toestemming hebben gekregen om te komen. Ze worden keurig te woord gestaan, in hun eigen taal, door het hulpje van de havenmeester. Ik zie nu hoe de havenmeester en zijn hulpje met de auto af en aan rijden, mensen te woord staan en dan weer verdwijnen. Na ruim een uur mag ik eindelijk vertrekken naar PantalΓ‘n J23. Samen met een aantal boten varen we in optocht door het smalle straatje. Onderweg zien we het hulpje assisteren bij een andere boot, maar als wij onze box invaren staat hij daar alweer keurig op ons te wachten. Met souplesse gooit Lisa hem de landvast toe. Drie keer zelfs! Poging één en twee belanden namelijk met een sierlijke boog tussen de boot en de jongen in het water. Ik zet de motor uit en kijk tevreden rond. Zojuist zijn wij aangekomen op het eiland uit mijn dromen.

Wat vind je van deze post?

Klik op een ster om dit verhaal te beoordelen!

Omdat je dit bericht interessant vond...

Deel dit verhaal op jouw sociale media!

26 Reacties
  1. Marike

    Wat mooi geschreven Martin, je logboek-verhaal pakt me. Ik hoop nog veel zo van je te lezen! Warme groeten!

    Antwoord
  2. Marcel

    Heftig verhaal, hoor! Goed geschreven ook! Intense ervaringen.

    Antwoord
  3. Joska

    Een blog? Een boek zal je bedoelen :-). Heerlijk om zo even met jullie mee te varen. Ik kijk uit naar de volgende avonturen. Liefs!

    Antwoord
  4. Yvonne

    Wat een spannend boek. Ben benieuwd naar het vervolg van jullie avonturen.
    Liefs yvonne

    Antwoord
  5. Klaar

    Jeetje wat spannend allemaal. En avontuurlijk. Maar dat is het vooral als alles goed is afgelopen.
    Dank je wel dat ik even virtueel mee mocht varen en avonturieren.
    πŸ‘ŠπŸ½πŸ’«

    Antwoord
  6. HenriΓ«tte

    Je schrijft zo leuk Martin, je neemt de lezer mee in jullie avonturen op reis. Genieten! Ik zeg op naar een boek πŸ™‚

    Antwoord
  7. Martin Hordijk

    He wat een heerlijke reacties!! Dank jullie wel!!! πŸ˜„

    Antwoord
  8. Cynthia van Hest

    Goed verhaal, maar wat hebben jullie het zwaar gehad en ook veel geleerd denk ik. Mijn eerste overtocht naar de Canarische heb ik er een derde persoon bij gevraagd maar jullie gaan gewoon met zijn tweeΓ«n.
    Geniet van jullie droom eilanden. Ze zijn inderdaad fantastisch.

    Antwoord
  9. Martin Hordijk

    @Cynthia, nou nou zwaar? Het moet natuurlijk ook wel een klein beetje smeuΓ―g zijn. πŸ˜„ Enneh, zolang we zoveel waardevolle tips krijgen van echte Canarische experts… gaan wij ervoor!

    Antwoord
  10. Bart

    Mooi. Spannend. Avontuurlijk. Keep going!

    Antwoord
  11. Tineke

    Lieve Mart en Lisa met ingehouden adem jullie waanzinnige overtocht naar het land van jullie dromen gelezen ! Alsof ik me moest vasthouden aan de reling maar wat heb je dit sfeervol en spannend beschreven . Het boek ligt er gewoon al met titel en al . Ik hoop dat jullie nu intens genieten . Liefs tineke

    Antwoord
  12. Martin Hordijk

    Ach wat een mooie reacties! 😁

    Antwoord
  13. Erica

    Pfff wat een lef hebben jullie. Petje af hoor. En heel mooi beschreven. Ik word in het verhaal gezogen. Ben benieuwd naar het volgende verhaal. Zorg goed voor jezelf en elkaar πŸ™‹πŸΌβ€β™€οΈ

    Antwoord
  14. Ruud Kolsteeg

    Erg leuk om te lezen, wij zijn de Griekse eilanden nog aan het verkennen.

    Antwoord
  15. Jacomien

    Ik was erbij, ik zweer t je!! Ik zag die golven, ik voelde de wind, ik surfde mee dat dal in, droogde Lisa haar tranen en voel zoveel trots en liefde voor mijn kleine broertje en die dappere Lisa…❀️

    Antwoord
  16. Martin Hordijk

    @Erika en @Ruud, dank jullie πŸ˜„

    Antwoord
  17. Martin Hordijk

    @Jacomien, haha was je er echt bij? Dan had je wel een wacht kunnen overnemen! En dan had ik een keertje kunnen uitslapen!!! πŸ˜„

    Antwoord
  18. S van Welie

    Ik ben zo blij dat alkes goed is gegaan ik heb de depressie in de gaten gehouden en de schrik sloeg mij om het hart
    Arme Lisa dacht ik ( zeeziek)
    Marin nu het eiland van je dromen bereikt is wens ik je een prachtige tijd daar toe
    Groet Lisa van mij
    Je hebt een dappere vrouw Martin

    Antwoord
  19. Martin Hordijk

    @Suze, wat een eer dat je ons zo in de gaten hebt gehouden! En het is waar! Ik heb een hele dappere partner!! πŸ˜πŸ‘‹

    Antwoord
  20. Lieselotte

    Wat heerlijk geschreven, mooi dat jullie je droom volgen

    Antwoord
  21. Martin Hordijk

    @Liselotte, dank je wel voor je reactie 😁

    Antwoord
  22. Marian

    Wat een mooi verhaal, wat een goed team zijn jullie, respect voor het doorstaan van alle uitdagingen tot nu toe, de rest zal ook wel lukken, veel plezier en succes op de eilanden. !!

    Antwoord
  23. Martin Hordijk

    Dank je @Marian. En dat klopt. Als het er op aan komt zijn we een super team πŸ˜€

    Antwoord
  24. Hans

    Wat een avontuur! Ik ga jullie reis volgen… goede vaart!

    Antwoord
  25. Martin Hordijk

    @Hans πŸ‘πŸ˜

    Antwoord
  26. Cor en Diny Herben

    Dit verhaal lezend beleef ik weer onze eigen trip. Onze bedoeling was grasioso maar omdat we op een gegeven moment “stuurloos” waren om ze koers verlegd naar Tenerife, omdat als we de wal op moesten dat een betere optie zou zijn. Gelukkig had het probleem zich zelf opgelost. Geniet van de kanaries. Geweldige eilanden

    Antwoord

Een reactie versturen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.