Vanaf zee zijn we al heel vroeg in het donker vertrokken en hebben zo negen uur lang de stroom mee. Dat is voldoende om bij Gelves te komen, de plek van onze bestemming, een kleine 80 kilometer stroomopwaarts in de buurt van Sevilla. Maar eerlijk is eerlijk, we hebben dit niet allemaal zelf bedacht. Lisa deed het idee op toen we hier met anderen over spraken, die de tocht al vaker hebben gemaakt. Het eerste uur hebben we alleen maar aandacht voor het navigeren in het pikkedonker. Lisa staat op het voordek met een grote zaklamp en schreeuwt van tijd tot tijd een instructie in mijn richting. Ik bestuur de boot door plusjes en minnetjes door te geven aan de stuurautomaat terwijl ik ingespannen naar de iPhone voor me tuur. Een ‘virtual’ experience, gecombineerd met een aardedonkere ‘reality’.
Een spectaculaire zonsopkomst maakt dat we het weer snel zijn vergeten. Als het helemaal licht is geworden zien we om de paar kilometer oude afgedankte bootjes liggen. Bij allemaal is op precies dezelfde manier een grote ijzeren dwarsarm gelast waaraan visnetten hangen. Ik probeer te bedenken wanneer de bootjes in actie zouden kunnen komen. Door de breedte van de netten en de hoeveelheid bootjes moet het niet erg moeilijk zijn de rivier in no-time leeg te vissen. Maar we hebben nog steeds geen mens gezien, dus ook geen vissers die op het punt staan de rivier leeg te vissen. Vroeger was de rivier een belangrijke verbindingsweg tussen Sevilla en de zee om handel te kunnen drijven met Amerika. Ik zie voor me hoe hier grote Spaanse galjoenen hebben gevaren. Zwaar beladen met hun waardevolle handelswaar. Het is makkelijk voor te stellen dat er af en toe schepen aan de grond liepen. De vaak smalle rivier is een lange aaneenschakeling van bochten en ondieptes. Bij de afgekalfde rechteroever zie ik een staketsel van halfvergane balken uit de modder steken, de resten van een vergaan koopvaardijschip? Ik verander de instelling van onze navigatieapp. Vanaf nu schalt een akelig scherp alarm telkens als er een bocht genomen moet worden en als we een paar meter van de uitgezette koers raken. Niet fijn voor het gehoor, maar vooralsnog vind ik het beter dan de gedachte dat we onze boot voortijdig parkeren op een van de ondieptes.
Lisa denkt er duidelijk anders over want als ze even later moet bellen gaat ze demonstratief op het voordek zitten, waar het geluid niet meer te horen is. Maar ik geniet volop. Varen op een rivier is echt een heel nieuwe ervaring! In tegenstelling tot het varen op zee trekt het landschap, de graslanden en af en toe een boerderij, veel vlugger aan de boot voorbij. De bomen die ik aan een kant van de rivier voorbij zie schuiven lijken op de boompjes die ik vroeger op een zachtboardplaat plakte om mijn modelspoorbaan te verfraaien. Als ik Lisa later vraag of ze thuis ook een treinbaan had, weet ze dat niet zeker meer. Maar ik weet het wel zeker. Ik kreeg een Märklin voor mijn verjaardag. Dat was een teleurstelling want mijn grote broer had een Fleischmann en dan was dat dus het échte merk! Op zijn goedbedoeld broederlijk advies verkocht ik na een tijdje mijn Märklin. Ik kon er slechts een paar basisstukken Fleischmann voor terugkopen, maar ik vermoed dat ik de rest van de benodigdheden wel van hem heb mogen lenen.
Rond half vijf, het moment van hoogwater, komen we in de buurt van ons eindpunt Gelves. Voordat het zover is moeten we nog langs overhangende hoogspanningskabels. In de digitale pilot hebben we gelezen dat die erg laag over de rivier hangen, maar onze kennissen hebben ons verteld dat wij er met onze ruim 19 meter hoge mast onderdoor moeten kunnen. Als ik voor de zekerheid ook de kaart van de navigatieapp check zie ik dat de onderdoorgang slechts 16,5 meter is. Met nog minder dan vijftig meter te varen gooien we het anker uit. Het is bijna hoogwater en volgens mij ook nog eens bijna volle maan. Dan zou er wel eens meer water kunnen staan dan normaal. Ik stuur onze kennissen een appje en gelukkig reageren ze snel. We kunnen strak langs de linkeroever varen. Daar is het op dat punt diep genoeg en zo kunnen we gegarandeerd onder de lijnen door. Ik probeer me dapper te gedragen. Ik hoor niet eens dat Lisa me bij herhaling probeert duidelijk te maken dat de kaart hier een ondiepte vermeldt, stuur ik de boot onverschrokken naar de linkeroever. Blijkbaar vertrouw ik volledig op de informatie van mijn tipgever op afstand. In mijn ooghoek zie ik dat de dieptemeter zakt naar een waarde onder onze kieldiepte: 2 meter, 1,7 meter, 1,2 meter… “Maar dat kan niet!” Even later zitten we ‘muurvast’ in de modder. De dieptemeter geeft 0,1 meter aan. Terwijl ik me mentaal probeer te weren tegen alle verwijten die Lisa nu over het dek laat vliegen weet ik inmiddels dat de hoogspanningskabels ons bij lange na niet raken. Tussen de marifoonantenne bovenop de mast en de hoogspanningskabels bevindt zich een zee van ruimte.
Achteruit manoeuvrerend, weet ik ons gelukkig weer uit de modder te bevrijden. Even later staan we opnieuw gebogen over onze navigatieapp. Ik klik opnieuw op het symbool van de hoogspanningskabels en zie dat deze een vrije onderdoorgang van 26 meter hebben. “He? Zijn er nog meer kabels dan?”, vraagt Lisa. En ja hoor, 500 meter verderop zien we een ander stel overstekende hoogspanningskabels. Dat moet bij de ankerplek zijn, tegenover de jachthaven in Gelves. Terwijl we stapvoets verder varen, in de richting van het onheil, slaan we koortsachtig opnieuw aan het rekenen. Het water staat nu 1,80 meter hoger dan de laagste waterstand vandaag. Die informatie komt uit de getijdetabel van Sevilla. We zijn verward en staan nu te kibbelen als kleine kinderen. Nou ja, vooral Lisa dan. Opnieuw gooien we het anker uit. We liggen inmiddels nagenoeg onder de vermaledijde hoogspanningskabels. Toch kunnen we vanuit onze positie onmogelijk zien of we er onderdoor zullen passen. Midden op de rivier dobberend zien we op nog geen honderd meter een paar zeilbootjes gezellig voor anker liggen. We raadplegen (nu bijna wanhopig) opnieuw onze hulplijn. Even later volgt een screenshot van een of andere getijdetabel. Hierop is te zien dat de extra waterhoogte slechts 80 centimeter is. Ik wil het heel graag geloven, maar zowel de bron is onbekend alsook de plaats waarvoor deze waterhoogte zou moeten gelden. Ik blijf twijfelen. Dan stelt Lisa voor om eerst soep te maken en nog een paar uur te wachten tot het water wat verder is gezakt. Terwijl Lisa beneden bezig is lees ik alle bronnen nog eens door. Vannacht staat het water hier 80 centimeter lager. Dat betekent dat ieder uur wachten ons zo’n 12 centimeter extra speling oplevert. Dan ineens valt me iets op. Een modderig geel spoor op de begroeiing langs de kant laat zien dat het water hier tot wel een meter hoger heeft gestaan.
Op hoop van zegen dan maar! Na de soep kruipen we voorzichtig naar de linkeroever. Terwijl we takken over het dek zien schuiven worden we getrakteerd op een luide bons onder water. Met een schok komt de boot tot stilstand. ‘Een wortel!’, roep ik, terwijl ik zelfverzekerdheid veins. Ik probeer het nog een keer. Ik stuur de boot een paar decimeter meer naar rechts, maar met hetzelfde resultaat. Bij de vierde poging komen we wel verder en centimeter voor centimeter drijven we richting hoogspanningskabels. Vanaf de andere kant varen drie mannen luid converserend in een klein zeilbootje vrijmoedig onder de kabels door. Omdat ik niet zo snel weet hoe ik ze in het Spaans kan vragen of we er onderdoor passen is deze hulpbron al verdwenen voor wij de kabels goed en wel hebben bereikt. Lisa staat gespannen omhoog te turen. Als ik ook een stap naar voren doe zie ik dat we al voorbij de eerste kabel zijn, maar Lisa snapt mijn opluchting nog niet. “We moeten toch onder alle kabels door!” Maar even later zijn we ook ongedeerd onder de volgende kabels door. We zijn niet geëlektrocuteerd. Tijd voor een wijntje.
Een dag later verkennen we Sevilla op de fiets. Wat een prachtige stad is dat! En het wordt nog meer de moeite waard als we een paar dagen later ook Cordoba aan het lijstje citytrips kunnen toevoegen. De Spaanse hogesnelheidstrein brengt ons er in 45 minuten. Wat een efficiency! Wat een boel landschap, gras en boerderijen schieten in korte tijd ons raam voorbij. Maar zoals aan al het goede komt ook aan onze ‘vakantie’ een eind. We willen weer terug naar zee en we maken alvast plannen voor de volgende uitdaging. Als Lisa voorstelt om morgen te vertrekken schiet bij mij de twijfel omhoog. Inmiddels zal het toch vast al twee dagen ná volle maan zijn? Want als dat zo is hebben we zeker hoog hoog water! Lisa weet echter zeker dat we nog volle maan moeten krijgen, maar ik weet het allemaal zo net nog niet.
You did it!!!
Wat een avontuurlijke onderneming om aan het vaste land te komen . Poehee wat weer een spannend verhaal . Deze blogs worden een boek . Jullie boek 😘
Ha Tineke, dank je wel voor je mooie woorden 😄😘
Wat een leuk verslag Martin van een spannende riviertocht.
Maar Sevilla , Cordoba en het Alhambra in Granada zijn zeer de moeite waard.
En ja, het reizen per trein is in Spanje prima geregeld.
Wish you fair winds,
Wilma
Dank je Wilma!
Mooi geschreven .