In Crotone nemen we afscheid van Robert. Hij is een paar dagen met ons meegevaren, van Preveza via Corfu naar het Italiaanse Crotone. Het voelt een beetje raar om hem hier op de pantoon achter te laten. Ik merk dat ik me aan hem ben gaan hechten. We zullen hem waarschijnlijk niet meer zien. We weten slechts dat hij leefde van cola en chocola. Maar ik vond hem aardig én mede dankzij hem zijn we vertrouwd geraakt met de boot en de Griekse manier van aanleggen en ankeren. Later vandaag neemt Robert de trein naar Bari en morgen zal hij met de Ferry terugvaren naar Lefkas. Terwijl Lisa en ik de haven van Crotone uitvaren komt er een euforisch gevoel bij me op. We zijn samen! Dit was mijn droom!
De komende dagen zullen we langs de oostkust van Italië verder afzakken naar Sicilië om dan door te steken, via de beruchte ‘Straat van Messina’, naar de Middellandse zee. De voornamelijk noordenwind die heerst in het bovenste deel van de Ionische zee (ten noorden van Corfu) maakt nu plaats voor een overheersende wind uit het zuiden. En omdat zeilboten nu eenmaal slecht tegen de wind in kunnen zeilen komt dat minder van pas. Maar de eerste 25 mijl gaan eigenlijk prima. We hebben koers gezet naar Spiaggia dea Gigli en met een zuidwestenwind van rond de 9 knopen kunnen we toch nog heerlijk zeilen.
“Jij houdt niet van rituelen hè?”, wil Lisa opeens weten. Het kompas geeft 231 graden aan en we hebben alleen de genua op staan. De vraag dringt maar langzaam tot me door. We zitten samen aan bakboordzijde in de kuip. De afgelopen mijlen heb ik zitten kijken naar het voorbijtrekkend landschap. Het lijkt soms alsof we naast elkaar op de bank televisie zitten te kijken. We varen dicht onder de kust. De dorpjes liggen hier, als bij Crotone, tegen de berg geplakt. De bergrug reikt hier tot aan het strand. Over ruim vijf mijl zullen we de koers verleggen en volgen we de kustlijn verder naar het Oosten voor nog zo’n vijf mijl om daar een ankerplek te zoeken. Wat wilde Lisa weten? Ik kijk haar vragend aan. “Je houdt toch niet van rituelen? Dat zeg je zo vaak!”. “Wat voor rituelen bedoel je?”, wil ik weten. “Gewoon, bijvoorbeeld dat je er nooit van hield om op zondagen naar je ouders te gaan.” Ik snap de vraag eigenlijk nog steeds niet. Dan vertelt Lisa over een goede vriend van ons. Hij is een jaar geleden een goede vriend kwijtgeraakt. Onlangs is hij, op de dag dat zijn vriend een jaar daarvoor overleed, op de fiets naar de vader van zijn vriend gefietst. “Ik vind dat een mooi ritueel!”, zegt Lisa. “Mis je je vader?”, verandert Lisa ineens van onderwerp. Terwijl ik aan hem denk voel ik mijn ogen branderig worden. Ik hou van hem. In sommige opzichten voel ik me hem. Hij is bij me, zelfs nu hij er niet meer is. Ik probeer het Lisa uit te leggen, “Ergens voel ik me heel vrij. Ik ben niet meer verplicht hem op te bellen en toch voel ik dat hij er is en dat hij nieuwsgierig is naar mij en onze reis! Ik hoef niet ergens heen te fietsen, ik hoef niet naar zijn graf…”. De tranen staan in mijn ogen en toch voel ik me gelukkig.
Ruim twee uur later sta ik met een verrekijker het landschap te bestuderen. Ik zoek naar overeenkomsten met de foto die ik in de Navily app gevonden heb. We zijn nog zo’n anderhalve mijl verwijderd van het ankerpunt dat in de app staat beschreven. Ik ben ongeduldig en nerveus voor ons eerste solo ankeravontuur. De kustlijn bestaat uit talloze baaien met uitgestrekte zandstranden. De diepte loopt zeer geleidelijk op en de bodem bestaat bijna geheel uit zand. Het ziet er dan vast ook heel suf uit dat ik zo door mijn nieuwe verrekijker sta te turen naar precies dát plekje waar ooit iemand voor ons heeft geankerd, terwijl we hier op nagenoeg elke denkbare plek ons anker kunnen laten vallen. De aspecten waar we rekening mee moeten houden zijn de wind en de stroming maar helaas biedt de oostkust van Italië daar weinig bescherming voor. Maar vanavond lijken we geluk te hebben want zowel de golven als de wind komen uit het zuidwesten.
Als Lisa naar de boeg loopt om het anker te laten zakken dragen we allebei oortjes. Het idee om elkaar te bellen is van Lisa. De afstand tussen ons bedraagt niet meer dan veertien meter, maar we weten inmiddels dat daar tussen ons een heleboel ruis kan zitten. We hebben de afgelopen dagen ontdekt dat de stem van de zender niet bij de ontvanger aankomt als we niet heel zorgvuldig en luidruchtig in elkaars richting ‘toeteren’. Terwijl ik de motor start vraag ik Siri om Lisa te bellen. Het duurt lang voordat Siri me begrepen heeft en de verbinding tot stand is gebracht. Maar het is de moeite waard geweest, want de verbinding is luid en zuiver. Toch blijkt al snel dat zowel de procedure van het ankeren, als de inhoud van onze communicatie nog voor verbetering vatbaar is. Als ik Lisa vraag het anker te ‘droppen’, komt er geen respons. En als ik haar even later vraag hoeveel ankerketting Lisa inmiddels heeft uitgezet denkt ze dat ik haar om de diepte. Het is een rare vraag, omdat de dieptemeter bij mij achter op de boot is bevestigd. En net als Lisa bezig is het anker weer op te halen, omdat ze meent dat ik daarom heb gevraagd, geef ik een ferme dot gas achteruit om te testen of het anker houdt. Gelukkig zijn we de enige in de wijde omgeving want ik vrees dat we zojuist een luidruchtig spektakel hebben opgevoerd.
Ik slaap die nacht erg onrustig. Ik word amper twee uur later wakker en ik verkeer in staat van paniek. Een luid gepiep komt uit de salon. Het ankeralarm! Half verdoofd zit ik op handen en knieën onder het laken. Wanhopig probeer ik me te realiseren wat er nu van mij wordt verwacht. In helder moment heb ik gisteren vóór het slapengaan de motorsleutel op de kaartentafel gelegd, maar het besef dat ik die nu moet pakken en naar buiten moet gaan om de boot te redden van een ongewenste stranding, dringt nog niet tot me door. Dan eindelijk weet ik weer waar ik ben en ontdek ik wat zo luidruchtig een einde aan mijn slaap heeft gemaakt. Het was niet het ankeralarm, maar de marifoon die ik vergeten ben uit te zetten. Als ik eindelijk naast de kaartentafel sta zie ik op de oplichtende display van de marifoon de tekst ‘Safety call to all ships’. Maar het alarm klinkt al niet meer. Als ik de waas uit mijn ogen wrijf komt ook het laatste restje bewustzijn terug. Ik zet het toestel uit. Ik hoef niet te weten wat de inhoud van het bericht is. Misschien is het een mededeling over een vermiste kardinale boei, een losgeraakte container of gewoon het weerbericht. Ik wil vooral weer slapen. Als ik na langdurig te hebben liggen woelen dan eindelijk weer slaap, slaat de paniek nog een keer toe. Nu herken ik wél het schrille alarm van het ankeralarm. In een tel sta ik weer bij de kaartentafel waar de iPad ligt met daarop het ankeralarm. Op het donkere paars gekleurde scherm is een grote cirkel zichtbaar vol met rode stippellijnen in een grillig patroon. Duidelijk zichtbaar is het bootje dan niet binnen, maar naast de cirkel dobbert. Ik ren de trap op naar buiten maar ik zie nagenoeg niets. Het is pikkedonker. Ik hoor nog niet de geluiden van brekend glas en scheurend polyester. Alleen het geluid van de branding verder weg op het strand. Langzaam doemen het strand, de horizon en de huizen op uit het donker. De boot is gedraaid ten opzichte van gisteravond en ligt zeker 45 graden meer naar het oosten. Binnen stopt het geluid van het ankeralarm. Lisa staat slaperig naast de kaartentafel met de iPad in haar handen. “Het ankeralarm ging af!”. “We zijn gedraaid!”, antwoord ik. Lisa kijkt me moe en slaperig aan. “Is het nu goed?”. Maar ik heb geen idee. Voordat ik me probeer over te geven aan mijn derde momentje nachtrust zet ik ook op mijn iPhone het ankeralarm aan. Als het alarm wederom afgaat is het half drie ‘s nachts. Vreemd, want de iPad blijft stil! Toch ren ik de trap op naar buiten. Opnieuw zoek ik in het donker naar vormen en geluiden. Als ik zeker weet dat er ook dit keer geen problemen zijn druip ik weer af naar beneden. Op zowel de iPhone als de iPad stel ik de cirkel van het alarm ruimer af. Slaperig en versuft kruip ik voor de vierde keer onder de lakens. Dan fluister ik in de richting van Lisa, die het laatste alarm niet eens heeft meegekregen, “Ik houd misschien niet van rituelen, maar zeker niet van nachtelijke rituelen!”.
Mooi, uit het hart Martin! 🥰